Archief

PEAK: Type 1 Diabetes en Sport Informatieavond

Op 16 mei 2017 vond de JDRF PEAK: Type 1 Diabetes en Sport Informatieavond plaats. Onderstaande vind je een verslag van de avond.Wil je alle presentaties nog eens terugzien, download hem via de link hieronder:Presentatie Plenaire gedeelte informatieavondBenieuwd naar alle foto's van de avond, klik hier.Verslag JDRF PEAK informatieavond Sport en Type 1 Diabetes De avond werd geopend door Phillip van Lookeren-Campagne, directeur van JDRF Nederland. Hij vertelde kort over de visie van het JDRF: een wereld zonder type 1 diabetes. Dit wil JDRF Nederland bereiken door vijf oplossingspaden te volgen: slimme insuline, de kunstmatige alvleesklier, inkapseling, regeneratie en preventie. Vervolgens kwam Per Winterdijk, kinderarts bij Diabeter, aan het woord. Hij presenteerde een aantal stellingen die van belang zijn bij de combinatie sport en type 1 diabetes:

  1. Beweging is een verbazingswekkend geneesmiddel. Het is goed voor het hart en de bloedvaten, voor het gehele lichaam en voor de mentale gezondheid. Beweging zorgt namelijk voor endorfineproductie, wat ervoor zorgt dat iemand gelukkiger is en beter kan omgaan met stress. Het vermindert hyperglykemie na de maaltijd, door een toegenomen glucoseverbruik.
  2. Beweging & glucosecontrole zijn twee paden. Constante lichamelijke activiteit produceert constante insulinegevoeligheid. Hetzelfde geldt voor nooit bewegen: dan is de insulinegevoeligheid ook constant, maar deze is dan wel aanzienlijk minder dan wanneer iemand veel beweegt. Echter, wanneer iemand slechts 2-3 keer per week actief is ontstaan er grote schommelingen in de reactie op insuline. Daarom is het belangrijk om zo veel mogelijk te bewegen. Ook bewegen (bijv. wandelen) na de maaltijd is erg goed, omdat dit bijdraagt aan verminderde hyperglykemie na de maaltijd
  3. Leer om op het rechte pad te blijven. Het in range houden van de bloedglucose is een balanceeract. Er zijn heel veel verschillende dingen die hier invloed op hebben. Het is belangrijk deze te leren kennen en hier rekening mee te houden.:
    1. GLUT-4. In spiercellen zorgt een bepaald eiwit, GLUT-4, voor het binnen laten van glucose in de cel. Deze GLUT-4 eiwitten drijven als een soort blaasjes in de cel. Op de cel zitten insuline receptoren die indien zij hechten aan insuline ervoor zorgen dat deze GLUT-4 eiwitten kunnen fuseren met het celmembraan, waardoor glucose de cel in kan. Echter, bij beweging zorgt de contractie van de spieren er ook voor dat deze blaasjes fuseren en er dus glucose de cel in kan. Indien je gaat sporten gebeurt dit tegelijk: er is zowel contractie van de spier als insuline die hecht aan de receptoren. Hierdoor fuseren er heel veel vesicles met het membraan, waardoor veel glucose uit het bloed wordt gehaald. Zo kan een hypoglykemie ontstaan tijdens het sporten.
    2. Hormoonregulatie. In een gezond persoon gaat de insulinesecretie bij sport omlaag en de productie van hormonen zoals adrenaline en noradrenaline omhoog, wat ervoor zorgt dat er glucose wordt vrijgemaakt uit glycogeen. Glycogeen ligt opgeslagen in de lever en in de spieren. Bij een persoon met diabetes is er wél insuline in het lichaam aanwezig en is de productie van deze “tegenhormonen” onderdrukt. Dit zorgt ervoor dat er hypoglycemieën ontstaan. Echter kan er ook ketoacidose ontstaan bij sporten. Of de bloedglucose stijgt of daalt is afhankelijk van het type beweging. Explosieve sporten, zoals gewichtheffen en sprinten, hebben de neiging de bloedglucose te laten stijgen door het vrij maken van veel “tegenhormonen” waardoor de bloedglucose stijgt. Duursporten, zoals fietsen en wandelen daarentegen zorgen voor een daling van de bloedglucose.
    3. Stress. Ook voor het sporten kunnen hoge bloedsuikerspiegels ontstaan, dit kan bijvoorbeeld komen door stress voor een wedstrijd. Na het sporten kan de bloedglucose nog stijgen door bijvoorbeeld een pompstop, vertraagde vertering van voedsel, late stresshormonen etc. Dit kan opgelost worden door een post-workoutbolus, een vertraagde pre-workoutbolus en een beperkte suspensietijd van de insulinepomp. Bij een te hoge bloedglucose moet wel op ketonen gelet worden, want sporten met een te hoge bloedglucose kan ketoacidose induceren.
  4. Voeding. Het voorkómen van hypoglycemie kan gedaan worden door bij een kortdurende activiteit de maaltijdbolus te verminderen en/of een snack te eten vlak voor de activiteit. Het kortdurend veranderen van de basaalstand geeft pas een laat effect (2-3 uur na de tijdelijke basaal), daarom zou er wel van tevoren iets mee gedaan kunnen worden (2-3 uur van te voren), maar vlak voor de inspanning heeft het minder effect. De snacks die gegeten moeten worden zijn afhankelijk van de duur (na 30 minuten 15-30 g per half uur) van de sport..
Na Per Winterdijk kwam Renger Witkamp aan het woord. Hij vertelde dat voeding de sleutel is tot succes. Een matige voeding kan namelijk prestatiedoelen belemmeren. Als je volgens de richtlijnen van bijvoorbeeld het voedingscentrum eet, krijg je over het algemeen de benodigde voedingsstoffen wel binnen, voedingssupplementen zijn daarom vaak overbodig. Enkel zou er een vitaminetekort op kunnen treden als je heel intensief sport. Dan zou je een multivitamine van een gewone drogisterij kunnen nemen. Hele geconcentreerde vitamines van het internet zijn overbodig en kunnen zelfs gevaarlijk zijn.Veel mensen die sporten maken zich daarnaast zorgen over eiwitten. Eiwit is essentieel voor het bouwen van spiermassa, ondersteunt het herstelproces van het lichaam en is belangrijk voor de groei van kinderen. Eiwitten zitten in vlees, zuivel en vis, maar ook als vegetarier is het goed mogelijk genoeg eiwitten binnen te krijgen. Normale mensen hebben ongeveer 1 gram/kg/dag nodig van eiwitten, mensen die aan intensief gewichtheffen doen hebben tot 2g/kg/dag nodig. Eiwitshakes zijn niet nodig als je geen topsporter bent. Bij het eten van eiwitten is vooral de timing heel belangrijk.Vetten zijn ook een belangrijke energiebron. Vooral omega 3 vetzuren zijn belangrijk, het lichaam kan deze namelijk niet zelf aanmaken, maar is wel een belangrijke bouwstof voor bijvoorbeeld cellen. Vetten worden bij mensen met type 1 diabetes niet anders verwerkt dan bij mensen zonder type 1 diabetes.Als laatste koolhydraten. Er zijn snelle en langzame koolhydraten. Bij mensen met type 1 diabetes is ook hier weer de timing van het innemen van koolhydraten heel belangrijk. Koolhydraten arm eten wordt afgeraden. Het kan wel, maar het is heel belangrijk om dit te overleggen met de zorgverleners. Als je prestaties wilt leveren heb je namelijk koolhydraten nodig!Vervolgens was Eelco de Koning aan de beurt. Hij vertelde dat het belangrijk is om structuur aan te brengen in het denken over sport. Daarbij zijn vijf dingen heel belangrijk: 1) Wat is je doel? 2)Wat voor soort beweging wil je gaan doen (soort, intensiteit)? 3)Wat is de mogelijkheid voor monitoren van de bloedglucose en wat is het bloedglucosedoel voor patienten? 4)Wat doe je met insuline voor, tijdens en na het sporten? 5)Wat doe je met koolhydraten voor tijdens en na het sporten? Als je hier structuur in aanbrengt, krijg je meer inzicht over hoe je het beste zou kunnen gaan sporten. Daarnaast vereenvoudigt dit het contact met hulpverleners over sport. Na de plenaire sprekers was er een korte pauze waarin men de informatiemarkt kon bezoeken. Op deze informatiemarkt waren verschillende partijen uit de diabeteswereld aanwezig om bezoekers te informeren over recentelijke ontwikkelingen. Hierna konden de bezoekers een subsessie naar keuze volgen, over bijvoorbeeld de nieuwe kaleidopomp of over veilig sporten met het gebruik van flash glucose monitoring. De avond werd afgesloten met een Q&A.