Jong met T1D

T1D en sport

Leven met T1D

Sport

Of je nou al voetbalt vanaf je vijfde of nooit sport: type 1 diabetes en sport kan nogal ingewikkeld zijn. Soms lijkt het alsof je alleen al van een stukje traplopen in een hypo belandt, maar voor hetzelfde geld stijg je altijd als een malle na een uurtje in de sportschool. Misschien weet je precies welk effect sporten kan hebben op jouw glucosewaarden, maar als je dat niet (helemaal) weet, dan helpen we je graag een handje.

Je hoort vaak: door beweging verbrand je suiker en daardoor daalt je glucosewaarde. Dit klopt ook, maar vereist wel wat nuance. Zoals hierboven al beschreven: je waarde kan door sport ook gaan stijgen. Grofweg kunnen we twee soorten sport onderscheiden: aerobe en anaerobe beweging.

Aerobe sporten

Sporten als wandelen, fietsen, schaatsen en hardlopen noemen we aeroob. Bij deze sporten verbruik je eerst het glycogeen in je spieren. Je lichaam trekt daardoor als het ware glucose uit je lever. Maar omdat insuline dit proces voorkomt, heb je kans dat je bij dit soort aerobe sporten na 20 tot 60 minuten een hypo krijgt. Dit kan zelfs nog enkele uren na het sporten gebeuren.

Anaerobe sporten

Hoog intensieve sporten, zoals sprinten of krachttraining, kan juist aanvankelijk zorgen voor een stijging van je bloedsuikers. Dit noemen we anaeroob. Door de hoge intensiteit geeft je lichaam adrenaline af, waardoor de lever hard aan het werk gaat om glucose te produceren. Hierdoor stijgt je bloedsuiker. Zodra je stopt met het anaerobe sporten kan je echter weer snel dalen, omdat het adrenaline-niveau weer normaal wordt.

Het effect van sporten is dus afhankelijk van de intensiteit van jouw sport. En dan hebben we het nog niet gehad over sporten die tussen aerobe en anaerobe beweging in zitten. Bij een sport als voetbal, volleybal of korfbal kan de intensiteit erg wisselend zijn. Soms zal het meer lijken op duursport, met matige intensiteit, maar een snelle sprint verhoogt de intensiteit.

Checklist

Ook blijft type 1 diabetes voor iedereen anders. Dat geldt ook voor sporten en bewegen met deze ziekte. Daarom is het goed om op de volgende dingen te letten:

  • Voor het sporten:
    1. Controleer je bloedsuiker en start niet met een lage glucosewaarde.
    2. Eet als het nodig is extra koolhydraten.
    3. Pas je hoeveelheid insuline aan wanneer je insuline toe wil dienen één tot drie uur voor het sporten.
    4. Controleer of je actieve insuline in je lichaam hebt, wanneer je wil sporten met een waarde boven de 14,0 mmol/l. Sporten met te weinig insuline in je lichaam kan zorgen voor een nog hogere bloedsuiker.
    5. Zorg dat je genoeg spullen bij de hand hebt voor tijdens het sporten: suikers, koolhydraatrijke snacks en ook je insuline.
  • Tijdens het sporten:
    1. Controleer je bloedsuiker regelmatig.
    2. Houd jezelf in de gaten en eet extra koolhydraten wanneer dit nodig is.
    3. Zorg, als het mogelijk is, dat iemand in je omgeving weet van je type 1 diabetes.
  • Na het sporten:
    1. Houd je bloedsuikers in de gaten. Let op of je waardes dalen of stijgen en waardoor dit komt.
    2. Kijk terug welk effect het sporten op je waardes had. Je leert het beste van je eigen ervaringen!

Ervaring

Sporten met type 1 diabetes kan heel goed. Het kan spannend zijn en je moet rekening houden met je diabetes. Maar T1D hoeft zeker geen belemmering te zijn als je wil sporten. Het blijft een beetje uitproberen wat voor jou werkt en goed voelt.

Vind je het spannend om te sporten of wil je nog meer weten over type 1 diabetes en sport? Kijk dan ook eens op de website van de Bas van de Goor Foundation. Oprichter Bas van de Goor is hét voorbeeld dat je met type 1 diabetes (top)sport kan bedrijven! Ook vind je op deze website ervaringen met sporten van mensen met diabetes.

Weten hoe andere jongeren omgaan met T1D en sport? Bekijk de video hieronder.

Deze videoboodschap betreft uitsluitend de persoonlijke ervaringen en mag op geen enkele wijze worden opgevat of begrepen als geneeskundig advies. Je dient te allen tijde naar je eigen huisarts, specialist, diabetesverpleegkundige of behandelaar te gaan voor advies met betrekking tot jouw situatie. Ook als je vragen hebt naar aanleiding van deze videoboodschap adviseren wij je hiervoor in eerste instantie naar je eigen arts of behandelaar te gaan.